In-TRIM collega’s werken mee aan Led-vervanging Gemeente Amsterdam

De energietransitie is zo eenvoudig nog niet. Soms is het logisch om te investeren in energiezuinige apparatuur en in sommige gevallen leidt het aanschaffen van nieuw materiaal tot een verkwisting die niet gecompenseerd wordt door het toekomstige lagere verbruik. De gemeente Amsterdam heeft in 2018 een uitgebreide analyse gemaakt om te bepalen op welke manier zij maximaal bij kon dragen aan een reductie van het energieverbruik door de verlichting in de openbare ruimte. Uit de analyse is naar voren gekomen dat Amsterdam de meeste positieve impact heeft op het moment dat de bestaande verlichting voorzien wordt van een energiezuinige led-lichtbron.

Impact van het project

De gemeente gaat de komende 10 jaar fors besparen op het eigen energieverbruik om verspilling tegen te gaan. Denk aan energiezuinigere apparaten en installaties, isolatie van panden en dus ook het verlichten van de straten met ledlampen. De ledverlichting levert een besparing van zo’n 9% op het totale energieverbruik van de gemeentelijke organisatie op. Alle lampen branden overigens op 100% groene energie en met dat energiecontract investeert de gemeente in de bouw van 9 nieuwe windmolens.

Rollen in-TRIM medewerkers

In-TRIM is in het project betrokken middels het opzetten uitvoeringsplan en begeleiden en invullen voorbereidingswerkzaamheden ‘verLEDding’. Zij werken in een gemeentelijk projectteam, die het hele project coördineert en het samen met de aannemer realiseert op straat.

Film met interimmer Jan Martijn van der Stouwe: https://player.vimeo.com/video/458995672?color=e6e6e6&title=0&byline=0&portrait=0&autoplay=1

 

 

 

in-TRIM Advies bezoekt SS Rotterdam

Voor de nieuwjaarsbijeenkomst van in-TRIM Advies was een historische locatie gekozen: het voormalig Stoomschip ‘Rotterdam’. Na een ‘Titanic’ momentje op de plecht van het schip en uitgebreide uitleg in de machinekamer hebben we genoten van een heerlijk diner.

 

Bovib biedt In-TRIM advies inzicht rondom de wet DBA

In-TRIM advies is dit jaar lid geworden van de Bovib. Zij leveren het bedrijf meer inzicht rondom de wet DBA.
Waar staan zij voor:
Bovib is de vereniging en branche-organisatie van de onafhankelijke inhuur-intermediairs in Nederland.

Bovib vertegenwoordigt haar leden in het hele speelveld rondom flexibele arbeid en werkt continu aan verbetering van de kwaliteit van dienstverlening.

Rondom de wet DBA biedt Bovib ons hulp bij het maken van een goede ondernemingschecklist en vertegenwoordigt het bedrijf in de ZZP-contractvorming richting de belastingdienst.

Zie voor meer informatie de website: www.bovib.nl

Minder jongeren hebben afgeronde hogere technische opleiding

Hoogopgeleide jongeren hebben minder vaak een afgeronde technische opleiding dan tien jaar geleden. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) had in 2005 12 procent van de 25- tot 35-jarigen een afgeronde technische opleiding in het hoger onderwijs. Vorig jaar lag dat percentage rond de 9. Het aantal mannen dat kiest voor een hogere technische opleiding ligt vier keer zo hoog als het aantal vrouwen dat dit doet. Jongeren kiezen na het afronden van hun opleiding lang niet altijd voor een technisch beroep, maar wisselen van vakgebied.

Beroep
Van de jonge vrouwen met een hogere technische opleiding gaat minder dan een derde uiteindelijk aan de slag in een technisch beroep. Van de technisch geschoolde jonge mannen werkt bijna de helft in de technieksector. In 2015 had 47 procent van de ondervraagde mannen tussen de 25 en 35 jaar met een afgeronde hogere technische opleiding, ook daadwerkelijk een technisch beroep.

Architect
Zij werken vaak als ingenieur of technicus op het gebied van bouwkunde of natuur. Van de technisch opgeleide vrouwen heeft 29 procent een technisch beroep, vaak als ingenieur of architect. Als ze niet aan de slag gaan als technicus kiezen de vrouwelijke techniekstudenten voor een baan als grafisch vormgever, adviseur marketing, vertegenwoordiger of beeldend kunstenaar. Mannen werken vaker in de ICT-sector.

 

TW Salarisonderzoek 2015

TW Salarisonderzoek 2015: herstel zichtbaar

Het herstel van de Nederlandse economie wordt langzamerhand ook zichtbaar in het salaris van hogeropgeleide bèta’s en ingenieurs. Zij zagen hun salaris afgelopen jaar gemiddeld met 3,8 % stijgen, terwijl ze vorig jaar nog een salarisstijging van slechts 2,1 % verwachten, zo blijkt uit TW Salarisonderzoek 2015.

De enquête voor het jaarlijkse TW Salarisonderzoek is dit jaar door 1.857 mensen volledig ingevuld, van wie 83 % een hbo-opleiding of hoger heeft afgerond. Met een gemiddelde leeftijd van 33 jaar is vooral de jongere generatie in dit onderzoek goed vertegenwoordigd.

Zij zijn steeds positiever over de arbeidsmarkt. Dit jaar merkt 59 % dat de arbeidsmarkt voor hogeropgeleide bèta’s en ingenieurs weer aantrekt, tegenover 50 % vorig jaar en slechts 40 % in 2013. Vooral binnen de ict is het herstel zichtbaar; daar ziet 67 % de arbeidsmarkt aantrekken.

Dat inzicht zorgt er maar in beperkte mate voor dat ingenieurs zich meer gaan manifesteren op de arbeidsmarkt. Op dit moment is 28 % op zoek naar een nieuwe functie en 24 % op zoek naar een nieuwe werkgever, terwijl dat vorig jaar respectievelijk 26 % en 22 % was. Vooral de leeftijdscategorie van 30 tot 45 jaar is actief; hier is 31 % op zoek naar een nieuwe baan en 27 % naar een nieuwe werkgever.

Tevreden

Ingenieurs zijn over het algemeen tevreden met hun baan en hun salaris, 48 % beoordeelt het eigen salaris als ‘goed’ of ‘uitstekend’ en slechts 18 % als ‘matig’ of ‘onvoldoende’. Duidelijk is dat voor ingenieurs het meeste is te verdienen als zij doorgroeien naar een managementfunctie. De branches waarin voor startende bèta’s het meest is te verdienen zijn het bank- en verzekeringswezen, de gezondheidszorg, lucht- en ruimtevaart, offshore en scheepvaart. De studies die leiden tot de best verdienende startersfuncties zijn technische bestuurskunde, maritiem officier, lucht- en ruimtevaarttechniek, industrieel ontwerpen, en technische natuurkunde.

Hypotheek voor ZZP-ers

bron: nu.nl

Internetbank Knab en Aegon Bank komen met een hypotheek voor zzp’ers. Dat maakt de internetbank dinsdag bekend.De hypotheek wordt vanaf 16 november verstrekt door Aegon Hypotheken. Knab is onderdeel van Aegon Bank.

De internetbank had medewerkers van Aegon Bank uitgenodigd voor een bijeenkomst met zzp’ers, “omdat deze klantgroep klaagde dat zij geen volledige hypotheek konden krijgen”. Vervolgens ontwikkelde Aegon een hypotheek voor zelfstandige ondernemers.

Ondernemers met een eenmanszaak die minimaal twee jaarrekeningen en een prognose voor het derde jaar kunnen tonen, kunnen in aanmerking komen. Het gaat om een hypotheek van maximaal 103 procent van de waarde van de woning.

Onderpand

De ondernemer moet daarvoor wel een bedrag van 13 of 18 procent van de waarde van de woning op een geblokkeerde hypotheekrekening van Knab storten. Dit is een extra onderpand voor de hypotheek. De huizenbezitter kan wel over het totale bedrag (maximaal 103 procent van de waarde) hypotheekrente aftrekken.

Het verpande bedrag valt jaarlijks in delen weer vrij. In vier of acht jaar is dan het totale bedrag weer vrijgekomen. Dan kan geld het weer gebruikt worden voor de onderneming.

“Andere aanbieders vragen aan zzp’ers om hun spaargeld aan te wenden voor de koop van het huis. Het nadeel daarvan is dat het geld in stenen zit en zij hierdoor minder hypotheekrente kunnen aftrekken”, aldus Knab.

“In geval van de zzp-hypotheek was er veel kritiek op de acceptatie-eisen en kwam het liquiditeitsprobleem naar voren. Als oplossing hiervoor komt Knab met de geblokkeerde rekening. Hierdoor kan de zzp’er de volledige hypotheekrente aftrekken”, zegt oprichter René Frijters van Knab.